De gemeente Bunschoten wordt geconfronteerd met een opvallende stijging in het aantal inwoners dat gebruik maakt van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO). Voor het vijfde opeenvolgende jaar is er een recordhoogte bereikt, met 1485 inwoners die afgelopen jaar van deze sociale voorzieningen profiteerden, blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Kenmerkend is dat dit aantal significant hoger is dan in vergelijkbare gemeenten met een vergelijkbare gezinssamenstelling en welvaartsniveau.
De trend van toenemend WMO-gebruik in Bunschoten sluit aan bij de landelijke ontwikkeling, waarbij het totale aantal Nederlanders dat aanspraak maakt op de WMO jaarlijks stijgt. Een belangrijke drijfveer achter deze groei is de vergrijzing, waarbij één op de drie 75-plussers met succes een beroep doet op de WMO. In Bunschoten betreft dit 700 inwoners van 75 jaar en ouder, die relatief meer gebruik maken van WMO-ondersteuning in vergelijking met soortgelijke gemeenten.
De vraag hoe de WMO gefinancierd moet worden, blijft een onderwerp van felle politieke discussie. In vergelijking met voorgaande jaren is de regeling in bijna heel Nederland, inclusief Bunschoten, duurder geworden. De gemeente zag de kosten per inwoner stijgen van 20 euro in 2019 naar 24 euro afgelopen jaar. Het kabinet heeft daarom een eigen bijdrage ingevoerd voor hogere inkomens, wat tot verschillende reacties heeft geleid binnen de gemeente en daarbuiten.